1. Leestekst: Anna falas.(Klik op eender welke zin voor de vertaling.)Estas varma tago.2. Uitleg
Unu infano biciklas. Unu infano promenas.Kiu biciklas? Anna biciklas.Kiu promenas? Pedro promenas.
Anna biciklas bone.
Pedro promenas malrapide.
La patro rigardas.Pedro ridas. La patro ridas.
Subite, Anna falas.
Anna ne ridas. Anna ploras.3. Oefeningen: Klik op het juiste antwoord
- Alle bijwoorden eindigen op -e: bone, malrapide, ...
(Bijwoorden zeggen op welke manier een handeling gebeurt.)- 'ne' betekent 'neen' en 'niet'
'jes' betekent 'ja'- Het voorvoegsel mal- maakt het tegengestelde.
rapide (snel) malrapide (traag) bone (goed) malbone (slecht) In tegenstelling tot het Frans (denk maar aan 'malcontent', 'maladroit'), heeft dit in het Esperanto niet noodzakelijk een slechte betekenis.
- Vb. dekstre (rechts), maldekstre (links)
- Vb. dika (dik), maldika (dun)
1. Geef het tegengestelde van groot in het Esperanto!
2. Vertaal: 'malvarma'. 3. Vertaal: 'De vader lacht.' 4. Antwoord op de vraag (zie tekst):
Kiu ridas?